Wie zich wil inkopen in bijvoorbeeld een maatschap, leent daarvoor in veel gevallen geld bij de bank. Een dergelijke financiering slaagt meestal wel, de bank eist daarover dan wel een persoonlijke borgstelling. Ook dat is in de meeste gevallen geen probleem. Totdat er wel een probleem ontstaat en blijkt dat de echtgenoot of echtgenote daar geen toestemming voor heeft gegeven. De vraag is op wiens bordje het probleem dan uiteindelijk terecht komt.
Zodra de maatschap of andere rechtspersoon waar zo iemand zich heeft ingekocht financiële problemen krijgt en failliet gaat, staat de bank op om de borg aan te spreken. Zonder de toestemming van de echtgenoot of echtgenote zal de rechter de borgtochtovereenkomst vernietigen.
Het aangaan van een bankkrediet van menig ondernemer kan worden aangemerkt als een normale bedrijfshandeling. Dat gaat althans op zo lang de financiering bedoeld is voor bijvoorbeeld kantoorinrichting, vervoersmiddel of meer liquiditeit. Het is nog maar de vraag of dat ook geldt voor het aangaan van een krediet voor inkoop in een maatschap of andere rechtspersoon. Het gaat dan namelijk om het in één keer betalen van goodwill om direct recht te krijgen op een deel van de toekomstige winsten.
Vanuit het idee van gezinsbescherming, wordt het aangaan van een lening en bijbehorende persoonlijke borgstelling niet gezien als een voor de normale uitoefening van de onderneming kenmerkende rechtshandeling. Dat betekent dat in dit geval toestemming van de echtgenoot of echtgenote noodzakelijk is. Zonder die toestemming zal blijken dat de borgtocht wordt vernietigd.
Wilt u meer weten over borgstelling bij financiering ten behoeve van uw bedrijf en de implicaties daarvan in de privésfeer? Bel ons voor het maken van een afspraak.
Bron: Opmaat 22/5/17 – 2017/0210 – ECLI:NL:GHARL:2017:3926.