“Deze notaris weet waar hij het over heeft en kan dit duidelijk verwoorden.”

Henri Knops weet waar hij het over heeft en kan dit duidelijk verwoorden.

“Duidelijke uitleg. Vlotte afhandeling. We zijn zeer tevreden.”

Duidelijke uitleg. Vlotte afhandeling. We zijn zeer tevreden.

“De 10 is voor de juf of meester. Vandaar onze 9.”

De 10 is voor de juf of meester. Vandaar onze 9.