Iedereen heeft het recht om gehoord te worden voordat een besluit wordt genomen waarmee zijn belangen niet gediend zijn, zo oordeelt de Hoge Raad. Dat recht blijft volgens de Hoge Raad ook overeind als de belastingdienst vindt dat het belang op inning van een belastingschuld dat individuele belang te boven gaat. Dat geldt ook voor de bestuurder van de bv die een belastingschuld heeft.
Ook al blijkt uit officiële documenten dat de bv of de bestuurder onzorgvuldig of onrechtmatig heeft gehandeld, dan nog mag het recht om gehoord te worden niet worden genegeerd. In een dergelijke zaak oordeelde de rechtbank Leeuwarden dat een bestuurder de bv door onbehoorlijk bestuur in belastingproblemen heeft gebracht. Het Hof Arnhem-Leeuwarden volgde dat oordeel en voegde er aan toe dat de belastingdienst de bestuurder aansprakelijk mocht stellen zonder hem vooraf het controlerapport te geven. Het belang van de belastingdienst doelmatige invordering en bescherming van de schatkist zou dat rechtvaardigen.
De Hoge Raad denkt daar duidelijk anders over. Iedereen moet de gelegenheid krijgen om vooraf te worden gehoord voordat een voor hem of haar nadelig besluit kan worden genomen. De Hoge Raad baseert zich daarbij op eerdere arresten. Bij aansprakelijkheidsstelling moeten de omstandigheden worden betrokken die daar in het individuele geval aanleiding voor geven.
Bron: Taxlive 13 juni 2016