Bestuursconstructies lijken nogal eens ondoorzichtig. Dat kan leiden tot problemen bij verhaal in een faillissement. Een mooi voorbeeld is een persoon die bestuurder is van een bv, die op haar beurt weer bestuurder is van een bv die dan weer bestuurder is van een onderneming. De vraag is nu wie aangesproken kan worden als voorafgaand aan het faillissement van die onderneming onrechtmatig is gehandeld.
De rechter moet in dergelijke gevallen meestal uitmaken in welke mate het doorschuiven van aansprakelijkheid mogelijk is. De wet bepaalt dat doorschuiven mogelijk is als een bestuurder van een rechtspersoon bijvoorbeeld een bv als bestuurder aansprakelijk is en deze bestuurder zelf ook rechtspersoon is. Het is dan aan degene die de uiteindelijke persoon achter de besturende bvs aansprakelijk stelt, om duidelijk te maken dat die persoon anders heeft gehandeld dan de bestuurder (bv) van de onderneming met betrekking tot de onrechtmatige handeling, bijvoorbeeld het niet nakomen van een overeenkomst.
Het gaat er om dat eerst duidelijk is wie in de eerste lijn bestuursaansprakelijkheid draagt. Zolang dat niet het geval is, kan van doorschuiven geen sprake zijn.
Wilt u meer weten over bestuursaansprakelijkheid? Bel ons voor het maken van een afspraak.
Bron: Opmaat onderneming en recht, nieuws 2016/338; ECLI:NL:GHDHA:2016:2619