Het lijkt er op dat de verplaatsing van de statutaire zetel van een vennootschap naar een andere EU-lidstaat voortaan alleen kan als de vennootschap ook een daadwerkelijke vestiging in dat andere land heeft. Of dat echt zo wordt, beslist het Europese Hof van Justitie binnenkort op advies van haar advocaat-generaal.
De uitspraak zal ook gevolgen hebben voor de in- en uitschrijving, maar ook voor de erkenning van de vennootschap in een lidstaat. In een eerder arrest bepaalde het Hof dat de omzetting van een vennootschap na zetelverplaatsing in het nieuwe land van vestiging naar een lokale rechtsvorm, in de oude woonstaat moet worden erkend.
Een nog niet opgelost vraagpunt is of schrapping uit het handelsregister ook verplicht is als de vennootschap niet voldoet aan de vereisten die in de nationale procedure voor de schrapping uit het register zijn gesteld. De concrete vraag is of in dergelijke gevallen een werkelijke vestiging in het nieuwe land vereist is. De advocaat-generaal vindt van wel. Verplaatsing van de statutaire zetel naar een andere lidstaat enkel valt volgens de advocaat-generaal alleen onder de vrijheid van vestiging als er een daadwerkelijke vestiging in die andere lidstaat is of komt en die ook daadwerkelijk een economische activiteit gaat uitoefenen.
Het oordeel van het Hof volgt.
Wilt u meer weten over vestiging in het buitenland en de gevolgen van omzetting in een lokale rechtsvorm voor uitschrijving uit het handelsregister? Bel ons voor het maken van een afspraak.
Bron: Opmaat 8/5/17 – 2017/0190 – Conclusie A-G HvJEU 4 mei 2017, C-106/16 (Polbud).