Erfdienstbaarheden leggen bezitters van percelen – bebouwd en onbebouwd – een of meer verplichtingen op om te gedogen dat iemand anders daar ook gebruik van maakt. Recht van overpad is zo’n erfdienstbaarheid. Erfdienstbaarheden zijn altijd vastgelegd in de notariële akte van levering van een perceel. Desondanks leveren zij nog vaak onenigheid op tussen de bezitter en gebruiker.
Uitgangspunt bij de beoordeling of ergens een erfdienstbaarheid op is gevestigd, is de notariële akte. Daarin staan de gegevens die voor derden zichtbaar zijn aan de hand van de in openbare registers ingeschreven akten. Verklaringen van derden spelen bij de beoordeling geen rol. Uit de in een akte gebruikte woorden kan een bedoeling blijken die weliswaar niet uit de tekst blijkt, maar wel daarvan kan worden afgeleid met inachtneming van objectieve maatstaven die uit de complete inhoud van de akte blijken. Bij geschillen bepaalt de rechter welke maatstaven dat dan precies zijn.
Als niet expliciet uit de akte kan worden afgeleid dat er bijvoorbeeld een recht van overpad is gevestigd, bestaat dat recht ook niet. Het kan het feitelijk zo zijn dat een woning alleen bereikbaar is via het perceel van een ander, maar dat betekent nog niet dat er automatische een recht van overpad is. Uit uitspraken van rechters blijkt dat zij dan wel een recht van noodweg verlenen, zodat er een verbinding is met de openbare weg en bewoners en bezoekers het betreffende perceel kunnen bereiken en verlaten.
Wilt u meer weten over erfdienstbaarheden? Bel ons voor het maken van een afspraak.
Bron: SDU Opmaat 20-2-18 2018/0042 ECLI:NL:GHDHA:2017:2923.