Wie twee panden naast elkaar heeft en er een van verkoopt, moet er rekening mee houden dat hij de koper daarvan niet met verplichtingen kan opzadelen die de koper bij eventuele latere (door)verkoop ook aan de volgende koper moet doorgeven.
Dat bleek onlangs bij het Hof Den Bosch. De koper moest in de koopakte accepteren dat hij ‘nu en in de toekomst’ geen beroep of bezwaar zou aantekenen tegen bedrijfsuitoefening in of bewoning van het naastgelegen pand dat ook van de verkoper is. Die verplichting zou hij ook moeten opleggen aan toekomstige kopers van zijn pand.
Zowel de rechtbank als het hof vinden een dergelijke afspraak nietig. Dat komt doordat de afspraak ook voor toekomstige kopers zou moeten gelden. Dat betekent dat latere kopers de woning niet zouden kunnen kopen zonder afstand te doen van hun rechten. Daarmee worden ze afgehouden van toegang tot rechtsbescherming en dat is voor rechtbank en hof een stap te ver.
In de jurisprudentie zijn wel voorbeelden te vinden van enige ruimte voor deze zogenaamde monddoodclausule, maar het beding dat voor het hof aan de orde was, zou geruime tijd rechtsbescherming onthouden aan de koper en toekomstige kopers. Dat juist is de reden waarom dergelijke bedingen nietig zijn.
Wilt u meer weten over het verkopen van een pand waaraan verplichtingen voor de koper zijn verbonden? Bel ons voor het maken van een afspraak.
Bron: Opmaat 16/5/17 nr 118 ECLI:NL:GHSHE:2017:2096.