Overdrachtsbelasting wordt geheven bij het in eigendom verwerven van gronden of panden. Het heffingspercentage bedraagt 2% voor bestaande woningen en 6% voor ander vastgoed. Regeren is vooruitdenken en zo denken projectontwikkelaars ook. Heeft de grond waarop zij hun oog hebben laten vallen op dat moment nog geen woonbestemming, maar is dit in de toekomst wel te verwachten, besluiten zij vaak de gronden aan te kopen. Omdat altijd het risico aanwezig is, dat voor deze grond geen woonbestemming wordt verkregen, heeft dit invloed op de hoogte van de koopsom.
Voor het Gerechtshof Den Bosch diende in maart van dit jaar een zaak, waarbij door een projectontwikkelaar cultuurgrond was gekocht voor de prijs van 12 per vierkante meter. Over deze prijs was door de koper overdrachtsbelasting voldaan. Partijen hadden echter ook afgesproken dat bij wijziging van de bestemming in woningbouw de verkoper een nabetaling zou ontvangen van 25 per vierkante meter. Dit was voor de Inspecteur van belastingen aanleiding om een taxatie te laten verrichten door de taxateur van de Belastingdienst. Deze taxeerde de grond rekening houdende met een eventuele nabetaling op 15 per vierkante meter. De Inspecteur van belastingen legde vervolgens een naheffingsaanslag op gebaseerd op de getaxeerde prijs.
De koper was het hier niet mee eens en stapte naar de rechter. Het gerechtshof oordeelde anders dan de rechtbank dat de Inspecteur van belastingen terecht een naheffingsaanslag had opgelegd. Volgens het gerechtshof is niet alleen bepalend of in de prijs van 12 per vierkante meter het risico is ingecalculeerd, dat mogelijk een nabetaling door de koper volgt, maar de waarde van de grond in het economisch verkeer. Bij vaststelling van de waarde in het economisch verkeer moet ook de waarde van de nabetaling worden mee gewogen. Uitgaande van soortgelijke transacties in hetzelfde gebied en in diezelfde periode, acht het gerechtshof de waarde van 15 per vierkante meter, aanvaardbaar.
Bron: Gerechtshof Den Bosch, 20 maart 2015, GHSHE:2015:979