Je hoort het niet vaak, maar een onterving van de echtgenoot of echtgenote is mogelijk. Als de echtgenoot door de onterving geen dak meer boven het hoofd heeft, of niet meer rond kan komen, zijn er gelukkig wel mogelijkheden om een oplossing af te dwingen.
Als een echtgenoot door de onterving niet meer in de gezamenlijk bewoonde woning mag blijven, kan hij eisen dat hij een recht krijgt om toch de woning en inboedel te blijven gebruiken.
Als de echtgenoot door de onterving ook niet meer genoeg middelen van bestaan heeft, kan er ook een verzorgingsvruchtgebruik geëist worden. De rechter kan dan vaststellen dat de erfgenamen aan de weduwe of weduwnaar uit de erfenis regelmatig een bedrag moeten overmaken.
Of de rechter dat bedrag toekent hangt af van de omstandigheden, zoals de leeftijd van de echtgenoot, en of hij zelf in staat is meer te gaan werken of eigen vermogen kan aanspreken, maar ook welk verzorgingsniveau passend is.
Recent bepaalde de rechter dat de erfgenamen een 77-jarige weduwe 548 netto per maand moesten betalen, omdat zij anders in haar eentje zou moeten rondkomen van een zeer klein pensioen. Ze had geen mogelijkheden om elders een woning te vinden dus de gemeenschappelijke koopwoning mocht zij blijven bewonen.
Wilt u weten wat uw rechten zijn? Wij lichten u graag voor over de gevolgen van deze wettelijke regeling.
Bron: Hof Den Haag 2 augustus 2017, nr 200.202.665/01.