Veel ouders maken een langstlevendentestament waardoor zij na het verlies van hun echtgenoot nog niks aan de kinderen hoeven uit te betalen. De langstlevende krijgt huis, inboedel, bankrekeningen en wat er nog meer is, en de kinderen krijgen een bedrag in contanten zo groot als hun erfdeel zou zijn geweest. Ze kunnen dit bedrag pas opeisen als de langstlevende komt te overlijden.
Vaak wordt er in dergelijke testamenten opgenomen dat de kinderen een rente krijgen over de vordering. Zolang de langstlevende leeft hoeft de rente niet uitbetaald te worden, deze wordt stilletjes bijgeschreven. Bij overlijden van de langstlevende krijgen de kinderen het opgelopen bedrag aan rente zonder daarover erfbelasting te hoeven betalen. De renteregeling leidt dan tot een mooie besparing.
Toch kan er ook een nadeel aan de renteregeling kleven. Als de eerste echtgenoot jong overlijdt loopt de rente vele jaren op. Soms is het erfdeel van de eerste ouder plus de rente meer dan de langstlevende bezit bij diens overlijden. Voor een nieuwe levenspartner van de langstlevende ouder is er dan niks meer over.
Om dit te voorkomen wordt tegenwoordig in veel testamenten een plafond opgenomen voor de rente. Heeft uw testament zo’n plafond? Wij kijken het graag voor u na. Zolang u allebei nog leeft kan een testament nog aangepast worden.