Notarissen en Kamers van Koophandel zien dagelijks voorbeelden voorbij komen waarin twee bv’s bestuurder en aandeelhouder zijn in een dochter-bv. Als een van de aandeelhouders-bv’s haar aandelen wil gaan overdragen aan een derde, is het de vraag of die aandelen eerst aan de collega-aandeelhouder moeten worden aangeboden of zonder aanbieding direct aan een derde kunnen worden overgedragen.
Soms wordt in de statuten van de dochter-bv verwezen naar de SER-Fusiegedragsregels. Die bevatten regels voor overdracht van zeggenschap over een rechtspersoon. Daarin wordt echter uitgegaan van zeggenschap van meer dan 50%. Bij een aandeelhoudersbelang van 50% of minder kan zeggenschap alleen voortvloeien uit aanvullende statutaire en/of contractuele rechten. Als verder uit de statuten blijkt dat een aanbiedingsplicht alleen geldt als de overdragende aandeelhouder meer dan 50% van de aandelen bezit, dan is er bij een 50/50-verhouding geen sprake van een aanbiedingsplicht.
Zelfs dan kan het echter anders uitpakken. Dat bleek onlangs in een dergelijke zaak, waarin de rechter vond dat de tekst in de statuten de bedoeling van partijen niet goed zou weergeven. Er had in die zaak doorslaggevende betekenis moeten worden toegekend aan andere omstandigheden dan de tekst van de bepaling. Het ging erom dat de kandidaat-notaris bij het maken van de statuten was uitgegaan van een aanbiedingsplicht als de zeggenschap in de aandeelhouders-bv zou worden overgedragen aan een derde. Deze positie van de kandidaat-notaris bleek ook uit de overlegde stukken, evenals destijds de wens van de andere aandeelhouders-bv om de aanbiedingsplicht op die manier te regelen.
De rechter kwam tot de conclusie dat beide aandeelhouder-bv’s met de statuten hebben bedoeld dat als de ene aandeelhouders-bv zijn aandelen aan een derde zou willen verkopen, deze eerst moeten worden aangeboden aan de andere aandeelhouders-bv.
Wilt u meer weten over het overdragen van aandelen of het redigeren van de aanbiedingsplicht in statuten? Bel ons voor het maken van een afspraak.
Bron: Opmaat 29/8/18 2018/0203 ECLI:NL:RBMNE:2018:4022.