De directeur-grootaandeelhouder van een onderneming heeft tussen 1 april 2017 en 31 december 2019 de mogelijkheid om zijn pensioen in eigen beheer af te kopen, of om te zetten in een oudedagsverplichting (ODV). Bij overlijden is het van belang dat het testament de juiste regeling bevat om onnodige belastingheffing te voorkomen.
De Wet op de loonbelasting stelt als voorwaarde bij overlijden van de directeur-grootaandeelhouder (dga) dat de ODV-termijnen aan de erfgenamen moeten toekomen. Is dat niet zo, dan moet over de hele ODV-aanspraak loonheffing en revisierente betaald worden, en is de vrijstelling in de erfbelasting niet van toepassing.
Maar welke testamenten zijn geschikt voor vererving van oudedagsverplichting? Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst heeft onlangs antwoord gegeven op die vraag.
Als er geen testament is en de ODV vererft volgens de wet naar de erfgenamen is er geen probleem, ook niet als de langstlevende volgens de zogenaamde ‘wettelijke verdeling’ geheel de beschikking houdt over het vermogen. De ondernemer mag ook zijn ODV in een legaat voor een van zijn erfgenamen achterlaten.
Ook de testamenten met een ouderlijke boedelverdeling van voor 1 januari 2003 zijn toegestaan. En een vruchtgebruiktestament kan ook, maar alleen als de vruchtgebruiker zelf ook erfgenaam is.
Soms sluit de dga een overeenkomst met zijn bv waaruit blijkt wie recht krijgt op de ODV bij overlijden. Deze overeenkomst moet aansluiten bij de rechten van de erfgenamen die volgen uit het testament van de dga. Alleen dan wordt belastingheffing voorkomen.
Als een erfgenaam van de ondernemer diens ODV heeft geërfd en vervolgens overlijdt, gelden dezelfde regels.
Weet u of uw testamentvorm strookt met de fiscaal vriendelijke regels voor het erven van een uw ODV? Maak gerust een afspraak, dan controleren wij uw testament voor u.
Bron: Kwartaalbericht estate planning 2018, nr. 20 en Belastingdienst CAP Handreiking oudedagsverplichting en vererving 8 mei 2018.