Verenigingen, stichtingen en kerkgenootschappen hoeven geen belasting te betalen over hun winst. Dat geldt voor zover zij geen ondernemersactiviteiten ontplooien. Doen ze dat wel, dan vallen ze onder de vennootschapsbelasting. Wanneer is een instelling nu wel of geen onderneming? Waar ligt de grens?
In een onderneming spelen kapitaal en arbeid een rol, waarmee aan het economisch verkeer wordt meegedaan met het doel winst te behalen. Dat is al gauw aan de orde, zult u denken. Ter geruststelling:
Het voeren van normaal vermogensbeheer is geen onderneming. Heeft uw instelling geld op de bank staan waarmee u belegt om rendement te behalen, dan hoeft u daarover geen belasting te betalen.
Ontvangt u giften die u vervolgens weer weg geeft, dan wordt u ook niet als onderneming gezien. U neemt immers verder geen deel aan het economisch verkeer.
Verenigingen, stichtingen en kerkgenootschappen die activiteiten tegen betaling aanbieden, kunnen als zij winst behalen of beogen wel onder de vennootschapsbelasting vallen. Ook kan deze belasting boven uw hoofd hangen als uw instelling in concurrentie treedt met andere aanbieders, bijvoorbeeld met horeca-activiteiten.
Valt u wel onder de vennootschapsbelasting, dan nog hoeft er niet zoveel aan de hand te zijn. Als de fiscale winst lager is dan 15.000, krijgt u toch vrijstelling. Is de winst hoger, dan moet u rekenen op 20 tot 25% belasting over die winst. U moet dan ook aangifte vennootschapsbelasting doen. Ook dan kunnen nog andere vrijstellingen aan de orde zijn, bijvoorbeeld als u een ANBI-instelling bent.
Wilt u meer weten over de fiscale aspecten binnen uw vereniging, stichting of kerkgenootschap? Bel ons voor het maken van een afspraak.
Bron RD 10/11/16