Bij overdracht van onroerend goed is in Nederland in principe altijd overdrachtsbelasting verschuldigd. Dat beginsel geldt ook voor afsplitsingen van een deel van een onderneming. Soms kan een vrijstelling van toepassing zijn, maar uitgangspunt is dat bij juridische afsplitsing van een deel van de onderneming overdrachtsbelasting betaald moet worden.
Bij de plannen voor verkoop van een onderneming stuit de ondernemer wel eens op een koper die slechts bepaalde onderdelen uit de onderneming wil overnemen. De verkoper kan dan besluiten om
de onverkoopbare onderdelen en de onroerende zaken af te splitsen van de onderneming en deze onder te brengen in een nieuwe vennootschap.
De nieuwe vennootschap moet dan overdrachtsbelasting betalen over de verkrijging van het onroerend goed. Een onderneming kan de vrijstelling inroepen als de reden voor de splitsing in bedrijfseconomische motieven ligt, bijvoorbeeld duurzame rationalisatie of herstructurering van de bedrijfsactiviteiten. Afsplitsing vanwege verkoop van de onderneming levert geen bedrijfseconomisch motief op en komt daarmee niet in aanmerking voor vrijstelling.
Bij voorgenomen verkoop van uw onderneming is het daarom relevant om vooraf na te gaan of er mogelijk overdrachtsbelasting betaald moet worden. Bel ons voor het maken van een afspraak.
Bron: TaxLive 6/9/17 – Deloitte.