Enig aandeelhouders van een personal holding hebben soms ook een deelbelang in een andere werkmaatschappij, samen met een andere aandeelhouder daarin. De statuten van die werkmaatschappij bevatten in veel gevallen een bepaling dat wanneer er een wijziging van aandeelhouders plaatsvindt door toetreden van een andere aandeelhouder, de aandelen eerst aan de bestaande aandeelhouders moeten worden aangeboden. Geldt die aanbiedingsverplichting ook als de aandelen in de personal holding worden gecertificeerd en de betreffende aandelen overgaan naar een Stichting Administratiekantoor (STAK)?
Deze vraag stond onlangs centraal in een zaak voor het Hof Arnhem-Leeuwarden. Het Hof kon er kort over zijn. De Hoge Raad heeft veertien jaar geleden al uitgesproken dat de statutaire aanbiedingsplicht naar objectieve maatstaven moet worden uitgelegd, dus naar de letter. Redelijkheid en billijkheid worden hierin niet meegewogen.
Deskundigen menen echter wel dat een uitleg naar subjectieve maatstaven (redelijkheid en billijkheid) verdedigbaar is als achter de wijziging uiteindelijk dezelfde personen of rechtspersonen blijven zitten. In het geval van het onderbrengen van de aandelen van een personal holding in een STAK blijft de oorspronkelijk enig aandeelhouder – ook al is het indirect – toch de economisch belanghebbende en blijft ook de zeggenschap in de werkmaatschappij bij die persoon.
Om de statutaire aanbiedingsverplichting te laten aansluiten bij de behoefte om ook naar subjectieve maatstaven te kunnen uitleggen, moet u aansluiting zoeken bij de betreffende omschrijving in de SER-Fusiegedragsregels. Dan is niet het directe formele aandeelhouderschap bepalend, maar de uiteindelijke zeggenschap.
Wilt u meer weten over het opnemen van een statutaire aanbiedingsplicht? Bel ons voor het maken van een afspraak.
Bron: Sdu Opmaat 22/6/18, ECLI:NL:GHARL:2018:2640.