U kunt als kopende BV van alles in een leveringsakte van een pand zetten, maar het moet wel gebaseerd zijn op de waarheid. Zo kunt u als koper best in de akte verklaren dat het pand dat u heeft gekocht, uit wooneenheden bestaat en dat daarom 2% overdrachtsbelasting van toepassing is. U moet er dan echter wel bij bedenken dat die verklaring is gebaseerd op een daadwerkelijke situatie. Als dat niet zo blijkt te zijn, staat de fiscus op de stoep met een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting en een vergrijpboete van 50%, omdat het 6%-tarief van toepassing is.
Het Hof Arnhem-Leeuwarden deed onlangs uitspraak in een dergelijke geschil. Het Hof constateerde dat het pand ooit voor een ander doel was ontworpen en gebouwd. Om toch nog kans te maken had de koper aannemelijk moeten maken dat het pand zodanig was verbouwd dat het op het moment van koop ook daadwerkelijk als woning was bestemd. Daar slaagde de koper niet in. Diens stelling dat het toch als woning moest worden aangemerkt omdat op dat moment al was begonnen met de verbouwing, hield geen stand. Voor het Hof reden om de naheffingsaanslag te rechtvaardigen.
Voor de vergrijpboete gelden andere normen. Daarbij gaat het om het al dan niet willens en wetens onjuiste informatie verschaffen met als doel belastingvoordeel te behalen. Allereerst komt de feitelijke situatie van het pand onder verbouwing niet overeen met wat in de leveringsakte wordt verklaard. De notaris is willens en wetens door de BV op het verkeerde been gezet met de verklaring dat er sprake was van een woning. Het is daarmee aan de BV te verwijten dat op aangifte te weinig overdrachtsbelasting is betaald. Al met al zijn er ook op dit punt voor het Hof voldoende redenen om de vergrijpboete te rechtvaardigen.
Wilt u meer weten over toepassing van het tarief overdrachtsbelasting bij het kopen van een pand? Bel ons voor het maken van een afspraak.
Bron: Opmaat 2017/0190 dd 31/7/17 ECLI: GHARL:2017:5323.