Bij echtscheidingen is de aanwezigheid van een eenmanszaak bij een van de partners nogal eens een bron van geschil. De rechter heeft er in elk geval vrijwel dagelijks mee te maken. Het gaat bij de verdeling van de gemeenschap nogal eens over de verdeling van negatief ondernemingsvermogen, schulden dus.
De bron van het geschil ligt meestal in de manier waarop de activa van de eenmanszaak wordt verdeeld en hoe wordt bepaald wie welk deel van de schulden moet dragen.
Een eenmanszaak heeft geen afgescheiden vermogen. Het bestaat uit activa en passiva en valt in de gemeenschap van goederen. Beide partijen worden daarin elk voor de helft aangesproken voor de schulden, ook al zijn die veroorzaakt in de eenmanszaak. Bij de beoordeling daarvan wordt gekeken naar de omvang van de schulden op de datum waarop het huwelijk is ontbonden.
Bij de beoordeling van de waarde van de activa is de datum van feitelijke verdeling bepalend, behalve als partijen anders hebben afgesproken.
In een recente zaak verzochten beide partijen de rechter om de activa van de eenmanszaak toe te delen aan de ondernemende partner, die in ruil daarvoor ook de schulden van de onderneming voor zijn rekening neemt. Tegenprestatie van de niet-ondernemende partners is dat deze een bedrag ter grootte van de helft van het negatieve eigen vermogen aan de ondernemende partner betaalt.
In een dergelijk geval heeft de rechter het gemakkelijk en volgt het verzoek van partijen.
Wilt u meer weten over het verrekenen van activa en passiva van een eenmanszaak bij echtscheiding? Bel ons voor het maken van een afspraak.
Bron: Opmaat 11/1/18 2018/0012 ECLI:NL:GHDHA:2017:3752.