Als een hypothecaire schuldenaar niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoet, is de bank op grond van de hypotheekakte bevoegd tot openbare verkoop van de woning over te gaan. De bank zal tot het nemen van een dergelijke maatregel pas over gaan, nadat diverse aanmaningen wegens niet betaalde termijnen zijn verzonden en met de schuldenaar diverse gesprekken zijn gevoerd om te bezien op welke manier deze impasse kan worden doorbroken.
Het komt dikwijls voor dat contact tussen de bank en de schuldenaar niet mogelijk is bijvoorbeeld omdat de schuldenaar met de noorderzon is vertrokken. Het onbeheerd en onbewoond achterlaten van de woning kan een openbare verkoop van de woning door de bank nadelig beïnvloeden. Doordat de bewoners zijn vertrokken kan de bank geen taxatie laten uitvoeren en ook bezichtiging van de woning door belangstellenden vóór de openbare verkoop is dan niet mogelijk. Een potentiële koper zal toch op zijn minst de woning willen bezichtigen.
De bepalingen van de hypotheekakte verlenen echter aan de bank de mogelijkheid om de woning in beheer te nemen, zodat de bank maatregelen kan nemen die nodig zijn voor behoud van de waarde van het onderpand. De wetgever heeft voor het inroepen van het beheer- en ontruimingsbeding wel de voorwaarde gesteld dat de schuldenaar in ernstige mate is tekort geschoten. Dat is zeker het geval bij het onbeheerd en onbewoond achterlaten van de woning.
In de rechtspraak wordt verschillend geoordeeld over de vraag of voor het in beheer nemen van de woning en/of de ontruiming daarvan machtiging moet worden gevraagd aan de Voorzieningenrechter. In de dagelijkse praktijk komt het dikwijls voor dat na betekening van de hypotheekakte door een deurwaarder de woning in beheer wordt genomen en vervolgens wordt ontruimd.
Per 1 januari 2015 is voor de ontruiming van de woning door de bank wel een machtiging van de Voorzieningenrechter nodig. Als de openbare verkoop echter vóór 1 januari 2015 is aangekondigd, is de veilingnotaris bevoegd om namens de bank het beheer- en ontruimingsbeding in te roepen.
Wilt u meer weten over dit onderwerp? Maak dan gerust een afspraak met ons kantoor. Wij kunnen u deskundig van advies dienen.
Bron: Rechtbank Oost-Brabant, 31 oktober 2014, RBOBR:2014:6548