Het is een bekend verhaal. U weet van aanpakken, u bent niet in het bezit van twee linkerhanden, u houdt van de natuur en ruimte om u heen en dus besluit u een opknapwoning van vóór 1930 te kopen. Na enkele maanden klussen komt u tot de ontdekking dat in en rondom de woning een forse mierenplaag heerst. Kunt u bij de verkoper dan nog verhaal halen wegens nonconformiteit? Met andere woorden: kunt u als koper stellen dat het gekochte niet beantwoordt aan de met de verkoper gesloten koopovereenkomst?
Het Burgerlijk Wetboek geeft bijzondere regels met betrekking tot koopovereenkomsten. Volgens de Wet mag de koper verwachten dat het gekochte woning de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik als woning nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet hoeft te betwijfelen. Een niet onbelangrijke rol spelen daarbij de mededelingen en toezeggingen van de verkoper. Als ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst de verkoper de koper nadrukkelijk op de hoogte heeft gesteld van kennelijke gebreken aan de woning of wel de koper had dit redelijkerwijze kunnen weten, is een beroep op schadevergoeding niet mogelijk.
Zeker bij een opknapwoning uit de jaren 20 van de vorige eeuw mag de koper enige gebreken aan de woning niet uitsluiten. Het is immers geen nieuwbouwwoning. Daar hoort ook een eventuele mierenplaag bij, mits deze zo nodig met professionele hulp kan worden bestreden. De kosten van bestrijding moet de koper hierbij op de koop toe nemen. Aangezien de mierenplaag met professionele hulp kan worden terug gebracht tot aanvaardbare proporties, was verkoper niet verplicht bij het sluiten van de koop de eventuele aanwezigheid van een mierenplaag mee te delen aan koper. Ondanks de mierenplaag (mits deze kan worden bestreden) bezit de woning de eigenschappen die voor een normaal gebruik als woning nodig zijn en is voor het vorderen van een schadevergoeding geen rechtsgrond aanwezig.
Bron: Rechtbank Gelderland 13 mei 2015, ECLI:NL:2015:4672