In de praktijk komt het veel voor dat mensen tijdelijk in andermans huis wonen zonder dat zij daar een tegenprestatie voor betalen. Denk maar aan situaties waarbij de eigenaar langere tijd in het buitenland verblijft, of een studerend kind dat woont in een flat die de ouders hebben aangeschaft.
Onlangs speelde er een dergelijk geval bij het Hof in Amsterdam. Een dame woonde al sinds 1993 in het huis van haar zoon die in het buitenland werkte. Er waren nooit afspraken gemaakt tussen de zoon en de moeder, ook niet over het betalen van huur. De Belastingdienst vond vervolgens dat het gratis wonen een schenking was van de zoon aan de moeder, en dat de moeder schenkbelasting moest betalen.
Het Hof vond dat van schenking geen sprake was omdat de zoon door de bewoning van zijn moeder niet was verarmd. Als de zoon terug zou keren uit het buitenland dan zou hij zijn woning direct weer op kunnen eisen voor eigen gebruik. Dat hij huur had kunnen bedingen vond de rechter ook niet van belang, de zoon kon niet armer worden door iets mis te lopen wat nooit tot zijn vermogen had behoord. In een geval van een kind dat gratis woonde in een woning die eigendom was van zijn ouders, besliste de Rechtbank Zeeland-West Brabant in dezelfde lijn.
In beide zaken maakten de rechters vergelijkingen met de wijze waarop tegenwoordig door de Belastingdienst wordt omgegaan met renteloze direct opeisbare leningen. Ook daaromtrent werd in respectievelijk 1986 en 1996 door de Hoge Raad, Nederlands hoogste rechtscollege, bepaald dat het niet hoeven betalen van rente bij een renteloze lening niet kon worden gezien als een schenking. Voorwaarde was dat de lening direct opgeëist kon worden. Ook hier kon de geldverstrekker niet armer worden van de niet ontvangen rente omdat die rente nooit tot zijn vermogen had behoord. Toch is voor de behandeling van direct opeisbare leningen zonder rente, of met een rente lager dan 6%, de wet gewijzigd. In die gevallen geldt dat er sowieso sprake is van een schenking, het maakt niet meer uit of de geldverstrekker wel of niet armer wordt door de rente mis te lopen.
De gewijzigde wet geldt (nog) niet voor het wonen zonder tegenprestatie, maar het is niet ondenkbaar dat ook daarvoor een zelfde wijziging in de wet wordt doorgevoerd. Heeft u hiermee te maken dan bekijken we graag samen met u wat de mogelijkheden zijn.
Bron: C.J.M. Martens, Estate Planner Digitaal, 2014/12