Samenwoners die samen een huis kopen en een hypotheek afsluiten, lopen grotere fiscale risicos dan alleenstaanden en getrouwde partners. De crux zit hem in het verschil tussen een verblijvensbeding in het samenlevingscontract en testamenten van beide partners. Als een van de partners overlijdt zonder een testament te hebben opgemaakt, zijn de druiven voor de achterblijvende partner zuur.
Het komt nog best vaak voor dat partners er alleen voor kiezen om alleen een samenlevingsovereenkomst met een verblijvingsbeding op te maken en geen testament. In een verblijvingsbeding wordt geregeld dat gemeenschappelijke goederen na overlijden van een partner aan de andere partner worden toebedeeld. Het aandeel in de woning van de overleden partner en de hypotheekschuld komen dan aan de achterblijvende partner toe. De hypotheek moet echter wel worden gewijzigd en dat wordt een probleem als die vóór 2013 is afgesloten. Toen gold nog de fiscale regel dat er geen aflossingsverplichting is. Bij overlijden kan een aflossingsvrije hypotheek niet doorlopen onder de oude fiscale regels. De lening moet dan worden aangepast om te voldoen aan de huidige regels met aflossingsverplichting. Dat heeft gevolgen voor de woonlasten van de achterblijvende partner.
Om de hypotheek in die situatie te laten doorlopen onder de oude fiscale regels zonder aflossingsverplichting is het beter om huis en hypotheek niet via een verblijvingsbeding over te dragen maar met een testament. Met een testament is het mogelijk om de hele hypotheek onder de oude regels te laten doorlopen. Dan is er geen enkele aanpassing nodig.
Wilt u meer weten over het regelen van overgang van woning en hypotheek bij overlijden van een samenwonende partner? Bel ons voor het maken van een afspraak.
Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden/ TaxLive 18 augustus.