In mei 2015 heeft de Staatssecretaris van Financiën een goedkeuring gegeven voor situaties waarin erfgenamen te maken hebben met een vruchtgebruiktestament. Bij een vruchtgebruiktestament krijgt de langstlevende ouder doorgaans het genot van het bezit. Zo mogen zij bijvoorbeeld in het huis blijven wonen en de banktegoeden gebruiken. De kinderen moeten wachten tot het vruchtgebruikrecht van hun langstlevende ouder vervalt, meestal door diens overlijden.
De kinderen zijn in de tussentijd zogenaamde bloot eigenaren omdat zij nog niet van hun eigendom kunnen genieten. Een nadeel was dat zij over hun aandeel al wel jaarlijks inkomstenbelasting moesten betalen! Per 1 januari 2012 is dit gewijzigd en wordt het vermogen geheel bij de ouder in de inkomstenbelasting in aanmerking genomen. Deze regeling, defiscalisering genaamd, die al gold voor andere vormen van langstlevende testamenten, werd daarmee ook voor vruchtgebruiktestamenten van kracht.
De staatssecretaris heeft nu goedgekeurd dat de defiscalisering ook met terugwerkende kracht mag worden toegepast, vanaf de eerste peildatum voor box 3 na het openvallen van de nalatenschap. Daarvoor moet het vruchtgebruik wel binnen 2 jaar na overlijden zijn vastgelegd zijn in een notariële akte!
Heeft u te maken met een vruchtgebruiktestament en wilt u de vastlegging en aangiftes goed verzorgen? Wij zijn u graag van dienst.
Bron: Ministerie van Financiën, 8 mei, nr. BLKB2015/409M (Stcrt. 2015, nr. 13801)